Germknödels met blauwe bessen

deeg

125 ml warme melk

21 g bakkersgist

50 g suiker

350 g patentbloem

1/2 stokje vanille

½ tl zout

3 st eigeel

100 g boter

40 st blauwe bessen

vanillesaus

200 ml melk

100 g slagroom

3 st eigeel

½ stokje vanille

1 tl maïzena

3 el broodkruim (Panko)

3 el maanzaad

3 el poedersuiker

Verkruimel de gist in een kom met de warme melk en roer de suiker erdoor. Zeef de bloem in een andere kom en schraap de helft van de vanillepeul er in uit. Maak een kuiltje, strooi wat zout om de rand en leg de eidooiers erin.

Giet het gistmengsel bij het eigeel en zet het 5 minuten weg tot er bubbeltjes ontstaan aan het oppervlak. Kneed de zacht geworden boter erdoor tot er een consistent deeg ontstaat.

Plaat het deeg gedurende een half uur in een kom in de oven op deegrijsstand 1. Haal het er daarna uit en bedek de kom met een schone theedoek.

Strooi wat bloem op je werkblad, kneed het deeg goed door en maak er een langwerpige rol van die je in achten verdeelt.

Rol bolletjes van het deeg en druk ze plat in je handpalm. Leg drie of vier blauwe bessen in het midden, vouw het deeg er omheen en maak ze weer mooi rond. Bedek de knödels met een vochtige schone theedoek en laat ze nog een kwartier rusten.

Leg de germknödels op een bakplaat met gaatjes en stoom ze gaar in 20 minuten op 100 °C.

Terwijl de knödels gaar stomen, schraap je de vanille uit de andere helft van de peul. Roer dit door 100 ml melk, die je in een steelpan aan de kook brengt. Doe de suiker en maïzena erbij terwijl je blijft roeren.

Klop de eidooiers door de rest van de melk totdat je een lobbig mengsel krijgt. Giet dit bij de warme melk, breng aan de kook en haal het dan meteen van de hittebron. Druk de warme germknödels aan één kant in het broodkruim, bestrooi met maanzaad en poedersuiker en giet de warme saus er overheen op de borden.